Terwijl het militair-industriële complex voor de meeste politici en journalisten heel vanzelfsprekend lijkt, zegt Norman Solomon dat de gevolgen ervan de Amerikaanse politiek hebben veranderd.
Dit is een verschrikkelijke echo van de aanpak van de Amerikaanse regering na 11 september, die zichzelf van meet af aan absolutie verleende voor al haar toekomstige misdaden tegen de menselijkheid, schrijft Norman Solomon.
De zoektocht naar beslissende Amerikaanse militaire superioriteit over Peking en het vermogen om een oorlog tegen een kernmacht te winnen moet als een dwaasheid worden beschouwd, schrijft William D. Hartung. Maar dat is het niet.
Human Rights Watch heeft geen bewijs gevonden dat de Amerikaanse regering compensatie of andere schadeloosstelling betaalt aan slachtoffers van mishandeling van gedetineerden in Irak. Evenmin heeft Washington ‘enige individuele excuses of andere wijzigingen’ aangeboden.
Er bestaat inderdaad een patroon van spijt – anders dan wroeging – over het militarisme dat in Afghanistan en Irak heeft gefaald, schrijft Norman Solomon. Maar de wanorde blijft bestaan in het Amerikaanse buitenlandse beleid.
Pakistan heeft een media-black-out opgelegd over de afgezette premier en duizenden nieuwe politieke gevangenen die onder erbarmelijke omstandigheden zijn opgesloten. In Groot-Brittannië en de VS is er geen sprake van veroordeling.
De auteur van een onderzoek naar de mensen die indirect zijn omgekomen door de War on Terror roept de VS op om de wederopbouw- en hulpinspanningen in de oorlogsgebieden van na 9 september op te voeren.