Het waarom achter de Egyptische staatsgreep

Aandelen

De militaire staatsgreep van Egypte sloot aan bij de geopolitieke belangen van Saoedi-Arabië en Israël, maar de omverwerping van de eerste democratisch gekozen regering van het land werd gedreven door andere factoren, waaronder de geschiedenis van een politiek machtig leger, zoals ex-CIA-analist Paul R. Pillar opmerkt.

Door Paul R. Pillar

De contrasterende politieke trajecten van Tunesië en Egypte, de eerste en tweede landen die uit de poort van de Arabische Lente zijn gekomen, hebben de laatste tijd veel aandacht gekregen. De Tunesiërs hebben meer een geest van compromissen aan de dag gelegd, wat zichtbare vooruitgang heeft mogelijk gemaakt in de richting van het soort echte democratie dat het land sinds de onafhankelijkheid ontbeerde.

Recent politiek nieuws uit Tunesië omvatte onder meer het vrijwillig aftreden van de macht van de islamistische Ennahda-partij ten gunste van een onpartijdig kabinet, en de bijna voltooiing van het schrijven van een nieuwe grondwet waarin islamisten en secularisten een middenweg hebben gevonden in een relatief (hoewel niet altijd) soepel proces.

Egyptische generaal Abdul-Fattah el-Sisi zoals getoond op de officiële Egyptische tv.

Egyptische generaal Abdul-Fattah el-Sisi zoals getoond op de officiële Egyptische tv.

Ondertussen lijken generaals die de macht grepen in een staatsgreep tegen de gekozen president, Mohamed Morsi, in Egypte elke week een nieuwe manier te vinden om de repressieve greep op het land te verstevigen.

Verschillende mogelijke verklaringen kunnen de contrasterende geschiedenis van deze twee Noord-Afrikaanse landen helpen verklaren. Men kan kijken naar demografische gegevens en economische en sociale structuren. Tunesië is kleiner dan Egypte, het heeft een meer diverse en succesvollere economie, en de bevolking is zowel religieus homogener als over het algemeen meer seculier. Misschien is de belangrijkste directe oorzaak van het verschillende politieke verloop van de twee naties in de afgelopen drie jaar echter de status en aard van het leger van elk land voordat de onrust begon.

Het Egyptische leger heeft lange tijd een dominante en onevenredige politieke rol gespeeld. Sinds een militaire staatsgreep koning Farouk in 1952 ten val bracht, heeft Egypte feitelijk onder militair leiderschap gestaan, ook al hebben de opvolgers van Nasser, Sadat en Mubarak hun uniform uitgetrokken en zichzelf president genoemd. Hosni Mubarak werd afgezet toen hij dat was, omdat de rest van het Egyptische leger toen besloot dat hij niet langer nuttig voor hen was.

In Tunesië beschikt het leger over voldoende samenhang, respect en slagkracht om door zijn daden (of door het niet uitvoeren van bepaalde bevelen) een belangrijke rol te hebben gespeeld bij de afzetting van president Zine el-Abidine Ben Ali. Maar het heeft geen traditie, zoals die van zijn Egyptische tegenhanger, om zichzelf te regeren. Het soort gebeurtenissen dat het afgelopen jaar in Egypte heeft plaatsgevonden, zou in strijd zijn met de cultuur.

Je kunt deze typologie uitbreiden door zowel Tunesië als Egypte te contrasteren met het land ertussen: Libië. Net als bij veel andere instellingen of veronderstelde instellingen in Libië onder het regime van Muammar Gaddafi, was wat doorging voor een leger weinig meer dan een verlengstuk van Gaddafi's persoonlijke en sterk gecentraliseerde heerschappij. Het leger speelde daarom geen rol van betekenis bij het verdrijven van Gaddafi, noch bij het leggen van een basis voor een nieuwe politieke orde.

Deze observaties wijzen uiteraard niet op veel van wat de Verenigde Staten of welke andere democratisch ingestelde buitenstaander dan ook kan doen aan wat er momenteel politiek gaande is in deze landen. Maar het suggereert een aantal dingen waar we op moeten letten in legers en politiek, niet alleen in Noord-Afrika maar ook elders.

In Turkije zal de meest positieve bijdrage van Reccip Erdogan aan zijn land, ondanks zijn eigen autoritaire inslag, wellicht zijn dat hij de generaals zo goed lijkt te hebben aangekeken dat een nieuwe Turkse militaire staatsgreep nu veel minder voorstelbaar lijkt dan nog maar een paar jaar geleden. . Dit is een teken dat zelfs een historisch gefundeerde politieke cultuur van een leger kan veranderen.

Pakistan, dat onlangs een vreedzame overgang van de ene groep civiele leiders naar de andere heeft voltooid, zal ook interessant zijn om de komende jaren in de gaten te houden om te zien of er werkelijk een definitieve breuk heeft plaatsgevonden in de traditie van het land van afwisselend militair en civiel bestuur.

Terug in Egypte is een veelbesproken vraag momenteel of de militaire chef, generaal Abdel Fattah el-Sisi, zich kandidaat zal stellen voor het presidentschap. Als hij dat doet, zou dat zeker de voortzetting van het patroon bevestigen dat teruggaat tot de staatsgreep tegen Farouk. Maar als hij dat niet doet, betekent dat niet noodzakelijkerwijs een breuk in dat patroon.

Als model kan men naar nog een ander land van de Maghreb kijken: Algerije. Het land heeft een al lang dienende (en fysiek zieke) burgerpresident Abdelaziz Bouteflika, die van tijd tot tijd zijn eigen politieke initiatief toont. Maar vraag de Algerijnen wie het land werkelijk bestuurt en het antwoord is: de kracht, een collectieve grijze eminentie die voornamelijk bestaat uit militair koper, maar breder gezien een soort militair-industrieel-inlichtingencomplex is.

Als een burger en niet el-Sisi de volgende president van Egypte zou worden, zou dit een systeem kunnen vertegenwoordigen dat vergelijkbaar is met dat in Algerije.

Paul R. Pillar groeide in zijn 28 jaar bij de Central Intelligence Agency uit tot een van de topanalisten van de dienst. Hij is nu gastprofessor aan de Georgetown University voor veiligheidsstudies. (Dit artikel verscheen voor het eerst als een blog post op de website van The National Interest. Herdrukt met toestemming van de auteur.)

2 reacties voor “Het waarom achter de Egyptische staatsgreep"

  1. Hillary
    Januari 26, 2014 op 07: 56

    “Een collectieve grijze eminentie die voornamelijk bestaat uit militair koper, maar breder gezien een soort militair-industrieel-inlichtingencomplex is. ”
    Hoe zit het met de “bankiers”…. ?
    Mohamed Morsi moest vertrekken omdat de theocratie nooit mocht regeren…
    Generaal el-Sisi zou wel eens de Egyptische Pinochet kunnen zijn en een kangoeroe-rechtbank wacht op Morsi met een mogelijke doodstraf.'
    http://www.globalresearch.ca/egypts-pinochet/5362832

  2. Bill Jones
    Januari 24, 2014 op 00: 33

    Goed gedaan jongen
    ‘de Verenigde Staten of een andere democratisch ingestelde buitenstaander’
    wat een gedoe.

Reacties zijn gesloten.